Tips en signalen voor de Scheidsrechters
Een wedstrijd wordt gefloten door 2 scheidsrechters, ieder aan één kant van het veld. Elke scheidsrechter beslist over het spel op zijn helft van het veld.
De scheidsrechters:
- Fluiten als ze een overtreding zien
- Fluiten als een team een doelpunt maakt
- Houden bij hoeveel doelpunten elk team maakt
- Houden de wedstrijdtijd (35 minuten per helft) bij
- Zetten de gescoorde doelpunten en de gegeven kaarten bij persoonlijke straffen op het wedstrijdformulier
- Zorgen voor een sportief verloop van de wedstrijd
Tijd starten
- Je keert je naar de andere scheidsrechter
- Je steekt één arm recht omhoog
- Je kijkt of de andere scheidsrechter je signaal bevestigt
- Je fluit 1x om de wedstrijd te laten starten
Tijd stilzetten
- Fluiten
- 2 Armen bij de polsen gekruist recht omhoog steken
- Je naar de andere scheidsrechter keren
Inslaan
- Je arm horizontaal uitstrekken
- De richting aangeven met die arm naar welke kant de bal uitgenomen mag worden
Uitslaan
- Met de rug naar de achterlijn gaan staan
- 2 Armen zijwaarts uitstrekken
Lange corner
- Met 1 arm naar de hoekvlag wijzen
- Vervolgens trek je een lijn met dezelfde arm van de achterlijn naar de 23m-lijn
- En wijst de plek aan op de 23 meter-lijn waar de bal genomen moet worden
Strafcorner
- 2 Armen horizontaal voorwaarts strekken
- Naar het doel wijzen
Doelpunt
- Fluiten als het een doelpunt is
- Twee armen horizontaal voorwaarts strekken
- En naar het midden van het veld wijzen
Hervatten wedstrijd na doelpunt
- Je naar de andere scheidsrechter keren
- Eén arm recht omhoog steken
- En als het signaal bevestigd wordt fluiten
Wangedrag en/of agressief gedrag
- Het spel stop zetten
- Kalmerend gebaar maken door met beide handen langzaam op en neer te bewegen voor het lichaam met de handpalmen naar beneden gericht
Vrije slag
- Arm op schouderhoogte horizontaal uitstrekken
- Met deze gestrekte arm richting aangeven
Toepassen voordeelregel
- Eén arm schuin omhoog steken in de speelrichting van de partij die voordeel krijgt (niet fluiten)
Strafbal
- Fluiten
- Met één arm naar de strafbal stip wijzen
- De andere arm recht omhoog steken
- Dit signaal betekent ook dat de tijd wordt stil gezet
Afstand nemen/houden
- Open hand met gestrekte en gespreide vingers opsteken
Bully
- Armen voor het lichaam
- Handpalmen naar elkaar toe
- Beweeg de handen op en neer
Afhouden
- Kruis beide onderarmen voor de borst
Indirect afhouden
- Kruis beide onderarmen voor de borst
Voortbewegen met been /voet (shoot)
- Been even optillen en met de hand aanraken
Bolle kant
- Armen voor je uitstrekken
- Beweeg de handpalm van je ene hand over de bovenkant van de andere hand
Stickslaan
- Maak met je arm de beweging van een stick die op een andere stick (je andere arm) slaat
Sticks
- Arm in een hoek van 90° naast het lichaam omhoog steken
- Circulerende bewegingen maken met de hand
Gevaarlijk spel
- Eén arm voor de borst kruisen
Stick afhouden
- Eén arm gestrekt voor het lichaam schuin naar beneden houden
- Vervolgens de onderarm met de andere arm aanraken
Hoge bal
Houd de handpalmen naar elkaar toe horizontaal boven elkaar voor het lichaam op ongeveer 15 cm afstand
2 Minuten
- Steek met omhoog gestrekte armen beide wijsvingers op (bij 1 minuut steek je dus 1 wijsvinger op)
Kaarten geven
- Je fluit en zet de tijd stil
- Je vraagt de overtreder naar je toe te komen
- Je spreekt hem aan en laat de kaart zien
- Speler verlaat het veld
- Het spel start pas weer als het signaal daarvoor is gegeven, de scheidsrechter geeft aan wie waar de bal uitneemt